Negentien

Sterke Ogue liet geen ogenblik verloren gaan. Hij organiseerde onmiddellijk een feest, het beste dat de bar had aanschouwd sinds de dag waarop ‘Yankee’ Sullivan William Bell versloeg in een gevecht met blote vuisten, na vierentwintig rondes en achtendertig minuten. Het was een grote dag geweest voor alle Ierse vuistvechters; Dugan had met vreugde de winnaars van de weddenschap getrakteerd, want Sullivan was gedurende de gloriedagen van Sterke Ogue zijn coach geweest in Sawdust House. Dat was in augustus vijf jaar geleden; de heetste maand augustus die Ogue zich kon herinneren.

De voormalige bokser, nu bareigenaar, hield op met zijn werk en zuchtte diep bij de gedachte aan Sullivan die op dit moment stroomopwaarts in de Sing Sing gevangenis zat voor het organiseren van het beruchte gevecht tussen Thomas McCoy en Christopher Lilly. Het gevecht eindigde dramatisch: McCoy – de Ier – was in zijn eigen bloed verdronken en Lilly – de Engelsman – moest het land uitgesmokkeld worden. De rechtszaak die daarop volgde, was een van de sensationeelste zaken die de stad ooit had aanschouwd; Sullivan werd naar de gevangenis gestuurd voor het aanzetten tot ordeverstoring en doodslag.

Ogue schudde zijn hoofd en hervatte het poetsen van de bar. De stad was maar tam geworden zonder Sullivan, vond hij; zelf was hij uit het boksersleven gestapt voordat hij al zijn tanden en zijn neus kwijtraakte en te lelijk zou zijn om het hart van zijn eigen lieve Tara te winnen.

Maar dit was geen warme avond in augustus, waarop zijn bar tot de nok toe gevuld was met Ieren die lyrisch werden over iemand die ze persoonlijk kenden, die de beste vechter was die ooit in de hele wereld gezien was, onbetwist door iedereen die het laatste gevecht gezien had, en als je het niet had gezien, dan wist je niet waar je het over had en kon je beter meteen je bek houden. Nee, het was geen warme augustusavond, maar een ijskoude avond in januari. De bar vulde zich zonder veel lawaai met degenen die Sean dag in, dag uit, weer of geen weer, naar buiten hadden zien gaan voor het geval zijn zus op de kade stond te wachten. En toen hij eergisterochtend terug was gekomen met zijn zus en de kinderen in zijn kielzog was iedereen dankbaar, Ogue in het bijzonder; hij was de voorraadkamer ingeslopen om God persoonlijk te danken en er zelfs even tussenuit geknepen naar de kerk om een extra penny in de armenbus te stoppen.

Hoewel het niemand ronduit verteld was, scheen bijna iedereen te weten dat O’Malleys zus de weduwe van Morgan McDonagh was. Ze stond bij het vuur en verlegen kwamen ze naar haar toe, – de ouderen die alles van persoonlijke offers wisten en haar respect wilden bewijzen, de jongeren, de jongens die net man waren geworden – omdat ze mooi was en omdat haar man zelfs hier een legende was. Ook de vrouwen kwamen, omdat zij wisten hoe pijnlijk moeilijk het was adem te halen rondom de scherven van een gebroken hart – hadden ze niet allemaal een man of minnaar, zonen en dochters, vrienden en buren verloren? Dat probeerden ze over te brengen in zowel Ierse als Engelse woorden – oude woorden van troost, nieuwe woorden van hoop.

Daarna lieten ze haar met rust, gingen hier en daar in het vertrek zitten en begroetten elkaar met ernstig fatsoen. Ze installeerden zich om nieuwtjes en brieven van thuis uit te wisselen, berichten over werk en waar je brood kon kopen, wie werk had en wie niet, wie een kind verloren of juist gekregen had, waarom die twee eigenlijk ooit met elkaar getrouwd waren en wat zeg je van de vreselijke gevechten waar hij daar altijd in verzeild raakt? Zo lieten ze de enorme bal van hun conversatie verder en verder rollen, totdat de onderwerpen aan bod kwamen die hen het meest aan het hart gingen: Ierland en Ierse politiek, Amerika en Amerikaanse politiek, politiek in het algemeen, God en boksen.

Nu was het vertrek vol met vijftig gesprekken tegelijk; stemmen werden verheven om gehoord te worden, wangen liepen rood aan van hartstocht en drank. Toen men over boksen begon te praten, werden Ogue’s gevechten tevoorschijn gehaald en afgestoft, stoot voor stoot in herinnering gebracht door de jongens die op hem gewed hadden. Dit leidde uiteraard tot een bespreking van Sullivans genialiteit in het trainen van boksers en de goede oude tijd in Sawdust House. Het gerucht ging dat Sullivan weer zou gaan vechten als hij uit de gevangenis kwam – misschien in Maryland, omdat het in New York verboden was. De goklustige heren in het gezelschap begonnen weddenschappen op het gevecht af te sluiten, hoewel het pas over een jaar afgesproken zou worden, hoewel niemand wist tegen wie Sullivan zou vechten, hoewel Sullivan tegen die tijd misschien niet eens meer in leven zou zijn. Toen dit werd opgemerkt – door een kleingelovige, een man die nog maar net van de boot kwam; misschien was het zelfs een student – merkte de twijfelaar dat hij oog in oog stond met iemand die zijn mouwen oprolde, uitdagend begon te dribbelen en met de vuisten omhoog stoten op hem richtte. De twijfelaar nam de uitdaging aan, trok zijn jasje uit, zette zijn pet af, rolde ook zijn mouwen op en speelde het spel mee door zelf ook schijnbewegingen te maken, naar het publiek te grijnzen en naar de meisjes te knipogen terwijl de kring enthousiaste supporters om hen heen steeds groter werd.

De eerste klap veegde de grijns van zijn gezicht; hij keek zijn tegenstander aan met oprechte verbazing. Dezelfde uitdrukking verscheen ook op het gezicht van de andere man, want wie had kunnen denken dat het werkelijk op een gevecht zou uitdraaien? Maar nu waren ze woedend – om duizend kleine redenen naast de ene grote reden – en hun verbazing en schijnbewegingen veranderden in geconcentreerde vastberadenheid en berekende klappen. Geld wisselde snel van eigenaar terwijl eerst de ene man neerviel en toen de andere, alleen om weer overeind en de ring in geduwd te worden door de handen die het geld vasthielden. Een bloedneus, woedend gebrul, een opengehaalde wenkbrauw, geroep om meer en toen – voordat er tafels en stoelen gesloopt werden – werd het vuur geblust door het rinkelen van Ogues bel en zijn aankondiging: ‘Rondje van het huis! Twee drankjes en driewerf hoera voor de boksers!’

De twee vechtersbazen schudden elkaar de hand en werden het erover eens dat Sullivan – een Ier, tenslotte – lang genoeg in leven zou blijven om nog eens te vechten en dat Ogue zelf alle weddenschappen zou aannemen. Met de armen om elkaars schouders strompelden de boksers naar de bar, hielden hun glazen whisky omhoog en aanvaardden het hoerageroep; ze feliciteerden elkaar luidkeels terwijl ieder heimelijk zichzelf de overwinning toeschreef.

Daarna kwam iedereen weer tot rust en de aanwezigen beseften dat ze – op dit moment althans – de onderwerpen Ierland, politiek, God en boksen afdoende behandeld hadden. Dus gingen ze gemakkelijk zitten, bestelden meer te drinken en riepen om een lied.

Kleine, tengere Tara Ogue deed hun het genoegen haar viool tevoorschijn te halen en zich aan het eind van de grote ruimte op te stellen. Nadat ze wat aan de snaren geplukt en haar instrument gestemd had, stampte ze met haar voet en begon te spelen. Andere voeten volgden het voorbeeld van de hare, knieën werden losgeschud, handen klapten, hoofden knikten en uiteindelijk stond een aantal van de grote jongens – die zich niet langer konden beheersen, vooral omdat ze ook het gevecht al misgelopen waren – op en danste energiek de jig. De stemming werd vrolijk en familiair. Ogue haalde meer gezouten eieren, ham, brood en boter tevoorschijn om hen allemaal behoorlijk te voeden en ze dansten tot hij hen er rond middernacht uit gooide.

Toen allen vertrokken waren en afscheid genomen hadden, de stoelen rechtgezet en de deuren gesloten waren, was de vrouw van de Geweldige – mevrouw Donnelly wilde ze genoemd worden – hem komen bedanken. Hij antwoordde dat het een eer was, een voorrecht, het minste wat hij had kunnen doen, en waren ze soms niet allemaal bijzonder dankbaar dat ze haar in hun midden hadden?

Ze ging op haar tenen staan en kuste hem op de wang. Daarna bedankte ze hem nogmaals voor alles wat hij gedaan had voor haar broer en haarzelf, voor de twee kleintjes en voor Ierland. Hij werd erdoor getroffen, door haar welgekozen woorden en de manier waarop ze tot in zijn ziel keek met ogen in de kleur van de Ierse Zee. Ze herinnerde hem aan iemand, aan de oude verhalen, aan koningen en koninginnen en krijgshaftige dichters; dat alles straalde ze uit door haar houding en de wijsheid in haar ogen, een wijsheid jaren ouder dan zijzelf. Ze deed hem heel anders aan zijn vaderland denken dan hij gedaan had sinds hij naar Amerika gekomen was. Er was een glimp van zijn moeder in haar, van zijn grootmoeder en al zijn tantes, van alle sterke vrouwen die hij ooit gekend had, tot en met zijn eigen Tara, die helemaal uit de eilanden in het noorden gekomen was om een enorm verdriet te dragen. In al deze vrouwen zag hij een zeldzame schoonheid, een soort stralende adeldom die afgestompt werd door jaren in de harde stad. Maar in Grace was die schoonheid nog fris; zij was nog altijd een dochter van Ierland, een dochter van de duizend koningen die eens hun eiland regeerden, een herinnering aan de majesteit waaruit zij voortgekomen waren. Tara en hij waren nooit gezegend met kinderen, maar hij had vaderlijke gevoelens gekregen voor Sean en nu nam hij ook Grace in zijn hart op. Hij zou het nooit tegen haar zeggen, het nooit toegeven, zelfs niet aan Tara, maar zo zou hij voor hen zorgen, voor deze kinderen van zijn vaderland. Zo zou hij zich blijven herinneren wie hij werkelijk was.

Afscheid van Ierland
Moore Afscheid van Ierland-voorwerk.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-1.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-2.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-3.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-4.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-5.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-6.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-7.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-8.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-9.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-10.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-11.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-12.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-13.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-14.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-15.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-16.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-17.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-18.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-19.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-20.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-21.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-22.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-23.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-24.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-25.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-26.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-27.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-28.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-29.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-30.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-31.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-32.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-33.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-34.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-35.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-36.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-37.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-38.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-39.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-40.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-41.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-42.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-43.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-44.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-45.xhtml
Moore Afscheid van Ierland-46.xhtml